Henriëtte Bosmans en Lex van Delden

Celliste Doris Hochscheid en pianist Frans van Ruth vormen al sinds 1990 een duo. Op vele concerten, radio- en cd-opnames hebben zij hun luisteraars niet alleen verrast met hun eigenzinnige visie op bekende meesterwerken van componisten als Beethoven, Schubert, Schumann, Debussy en Sjostakovitsj, maar ook met vele premieres van speciaal voor hun gecomponeerde werken van componisten uit binnen- en buitenland. Bovendien brengen zij regelmatig vergeten repertoire uit de Nederlandse muziekarchieven tot klinken. De cd die deze musici voor Tatlin Records opnamen, met werken voor cello en piano van Henriëtte Bosmans en Lex van Delden is daar een prachtig voorbeeld van.

Vijftig jaar geleden overleed de flamboyante componiste en pianiste Henriëtte Bosmans, op 2 juli 1952. Vanaf 1948 trad Bosmans op met de sopraan Noémie Perugia met wie zij een stormachtige affaire had en aan wie zij vele liederen opdroeg. Toen Bosmans na de oorlog gekluisterd aan de radio de compositie l'amour van de aankomende componist Lex van Delden hoorde, was zij dermate gegrepen door diens muziek dat zij Van Delden meteen opbelde. Zij raakten hecht bevriend en voor Van Delden, die in de oorlog zijn beide ouders had verloren, was Henriëtte Bosmans als een tweede moeder. Bij haar ter aarde bestelling op Zorgvlied heeft mijn vader de autograaf van zijn aan Bosmans opgedragen Vocalise voor mezzosopraan en piano op de baar gedeponeerd, vertelt de oudste zoon van Van Delden. In overleg met hem hebben Doris Hochscheid en Frans van Ruth Van Deldens Vocalise voor Henriëtte Bosmans bewerkt voor cello en piano. Deze geslaagde bewerking vormt de muzikale weerslag van de vriendschap tussen deze twee componisten.

In de Sonate voor violoncel en piano die Bosmans in 1919 componeerde, lijkt haar vader voort te leven, de eerste solocellist van het pas opgerichte Concertgebouworkest Henri Bosmans, die in 1896 overleed en zijn dochter niet heeft zien opgroeien. De pianosonate van Lex van Delden is een emotioneel muzikaal document. Naoorlogs familiegeluk en nieuwe energie klinken door in de hoekdelen waar de geest van Bartk in rondwaart. In het donkere middendeel Elegia in memoriam matris verwerkt Van Delden het verlies van zijn moeder en bezingt hij nostalgisch zijn jeugd in de Jodenhoek van Amsterdam, die nog meer doorklinkt in de cello-solosonate uit 1958. Lex Van Delden junior: In de cellosonate opus 63 uit 1958 is het joodse aspect van mijn vaders jeugdinvloeden vrij duidelijk te horen. Het middendeel lijkt geent op synagogaal gezang [van de cantor]. Het heeft dezelfde melismatische en extatische effecten. Geniet van de prachtige Bernardel cello van Doris Hochscheid en de Steinway van Frans van Ruth. Lees de deels nog niet eerder beschreven geschiedenis van twee prominente figuren uit het Nederlandse muziekleven (en koopt u vooral ook de biografie van Henriëtte Bosmans die Helen Metzelaar schreef voor uitgeverij de Walburg Pers).